We zeggen het altijd: we hebben plezier in ons werk. En dat is echt zo. Natuurlijk: soms hebben we niet zulke plezierige gesprekken. Debiteuren willen soms écht niet betalen of gedragen zich zelfs vijandig aan de telefoon. Maar meestal sluiten we onze gesprekken af met een glimlach. Als je nog kunt lachen om dingen, dan is het allemaal lichter. Dat bleek deze week ook weer.
Maandag
Nathalie heeft een mevrouw aan de telefoon met een zwaar accent. Om er zeker van te zijn dat ze elkaar goed begrijpen, vraagt ze de mevrouw een en ander te spellen.
‘De oe van Oetrecht.’ Dus Nathalie herhaalt dit letterlijk en de mevrouw bevestigt. ‘De o van Oto’. Nu moet Nathalie even goed nadenken, want in ABN zeggen we toch auto. Welke letter moet het dan zijn? De mevrouw gaat verder dat de hoer betaald moet worden. De hoer? Oh, de huur!
Het is even een zoektocht, maar onderaan de streep begrijpen we heel goed wat iedereen bedoelt. Wij spreken een woordje over de grens en snappen alle dialecten en verbasteringen van de Nederlandse taal. Voordeel van zo veel mensen spreken. Maar op kantoor moesten we wel een beetje lachen toen we dit gesprek eenzijdig (want alleen Nathalie) konden meeluisteren.
Dinsdag
Tino krijgt als reactie op een herinnering een mailtje van een debiteur die niet zo blij is met de gang van zaken.
‘Ten eerste: ik heb geen factuur gehad met dit bedrag. Ten tweede: dit bedrag hoort niet bij het abonnement dat ik heb. Ten derde: als u dit inderdaad gaat incasseren, komt onmiddellijk mijn rechtsbijstandsverzekering in actie. Ten vierde: indien u dit bedrag gaat incasseren gaat mijn abonnement meteen het huis uit en wordt de Consumentenbond, waar ik lid van ben, geïnformeerd over de gang van zaken.’
Tino zit nog met zijn oren te klapperen als er een nieuw mailtje binnenkomt.
‘Iets te vroeg gereageerd. De factuur zat in de ongewenste mailbox. Zie nu hoe het zit. Kort lontje geconstateerd bij mezelf. Excuus.’
Het nadeel van e-mail is dat het voornamelijk eenrichtingsverkeer is. Er is niet direct gelegenheid voor een dialoog. Maar gelukkig kon deze meneer goed met zichzelf communiceren. Daar heeft hij Tino niet voor nodig. En na dat tweede mailtje moeten we tóch even glimlachen.
Woensdag
Belinda staat bekend om haar liefdevolle gesprekken met debiteuren. Vandaag heeft ze een debiteur aan de lijn die haar belooft dat hij voortaan op tijd zal betalen. Dus Belinda zegt: ‘Als u dat doet, dan zullen wij elkaar niet meer spreken.’ Nou, dat vond deze meneer oprecht jammer. Eigenlijk wilde hij af en toe nog wel eventjes met haar bellen. Een eer voor Belinda, maar we hopen wel dat meneer zijn facturen aan onze klant evengoed op tijd betaalt!
Donderdag
Marianne belt een meneer die tijdens het gesprek uitgebreid gesouffleerd wordt door zijn vrouw. Het is net alsof ze twee mensen tegelijk aan de telefoon heeft. De man geeft aan dat zijn vrouw de betaling van de schuld zal regelen, dus dat Marianne het met haar moet bespreken. Dus Marianne vraagt hem wanneer zijn vrouw beschikbaar is. ‘Ja, ze is nu niet thuis.’ “Oh, weet u dat zeker?” reageert Marianne. ‘Ja hoor. Geloof je me niet?’ “Eh, ik vertrouw er natuurlijk op dat u de waarheid spreekt”, zegt ze diplomatiek. Ze belt maar gewoon op de tijd die de man aangaf. Maar een beetje bijzonder vinden we het wel. Of misschien was het niet zijn vrouw die souffleerde?
Vrijdag
Geen gesprek met een debiteur vandaag, nou ja, die zijn er wel, maar niet in dit dagboek. We hebben namelijk ontdekt dat een aantal van onze klanten wat lugubere trekjes hebben. Wanneer zij een review hebben gegeven voor onze website, sturen we ze een taart om hen te bedanken. En op die taart staat een foto van onze Serge. En op de een of andere manier genieten onze klanten er erg van om zijn hoofd in stukken te snijden. Op de dag dat de taarten bezorgd worden, krijgen we steevast foto’s van halve Serges doorgestuurd. Daar moeten we dan zelf ook nog wel om lachen. En we zijn blij dat onze klanten ook kunnen genieten van Serges aanwezigheid!